In de sporen van de Nederlandse pensionado’s

19 juni 2018 - Boekarest, Roemenië

We hebben een aantal volle, maar hele leuke, dagen achter de rug. Van heel veel schrijven is daarom niet veel gekomen. Oeps. Mama is net vertrokken en daarom vandaag een dubbel reisverhaal: zowel de update van de afgelopen dagen als een gastcolumn door mijn eerste reisgenoot.

Roemenie blijkt een trekpleister voor Nederlandse pensionado’s en Nederlandse campinghouders. Maar liefst 17 campings hier in Roemenie worden bestiert door Nederlanders en staan daarom ook vol met Nederlanders. Hele lieve mensen over het algemeen, maar wel ontzettende kletskousen. Telkens als we ergens weg willen rijden komt er weer een verhaal over Roemenie in de jaren ’90 of wil er iemand nieuwsgierig de camper ingluren. Tja, het gaat allemaal niet rap hier.

Backgroundtrack #1: Last Friday Night – Katy Perry

Dat begint al op camping Het Zwaluwnest van Carli en Janus die, heel verfrissend, Hongaars en niet Nederlands zijn. Een van onze Nederlandse buren komt al 22 jaar in Roemenie en kent alle ins en outs. Op zijn aanraden gooien we ons programma weer eens flink om. Goede tips, bedankt!

Camping het Zwaluwnest

We maken eerst een wandeling door Nires, het kleine plattelandsdorpje waar de camping zich bevindt. Bij een heel klein winkeltje kopen we ijsjes. De mevrouw van de winkel is helemaal in haar nopjes met haar nieuwe klanten. Helaas zijn de ijsjes al half gesmolten als we ze kopen. Nou ja, je kunt niet alles hebben.

Verder staat vandaag de Salina Turda op het programma. Dit is een oude zoutmijn bij het stadje Turda, waar sinds een aantal jaar een pretpark in is aangelegd. Gewapend met een audiotour gaan we eerst op pad door de zoutmijn. Bizar om te zien! Zout is blijkbaar drie keer zo sterk als beton. Alles om ons heen is van zout, zonder dat er extra steunen of vloeren nodig zijn.

Ingang van de zoutmijn

De mijn moet je voor je zien als een soort reusachtig hoge kegelvormige ruimtes die zijn uitgehakt uit zwarte muren van zout. In deze kegels zijn ondertussen vlonders aangelegd waarop een reuzenrad, bowlingbaan, pingpongtafels en een heel minigolf-parcours zijn uitgezet. Een van de vlonders is gebouwd op zoutafval in het midden van een zoutmeer en hier kun je, heel romantisch, roeibootjes huren.

Pretpark vanaf bovenin de zoutmijn

We besluiten eerst tot een rondje in het reuzenrad en vervolgens huren we een bootje. Bij gebrek aan sterke man om ons bootje te roeien, neem ik de peddels maar. Potverdorie, dat is niet makkelijk zeg. Maaar “ieder nadeel heb zijn voordeel”, door mijn gezigzag hebben we uitgebreid de tijd om de zoutmijn te bekijken. Mijn gestuntel wordt pas vervelend als mama met een elegante beweging haar leesbril van haar hoofd afstoot. Het ding blijft gelukkig wel drijven, maar nu wordt er opeens van mijn verwacht dat ik kan sturen. Oei. (red.: de bril heeft het overleefd).

Moeite met peddelen

Van Turda rijden we door naar Carta, waar we op camping “De Oude Wilg” gaan staan. Wederom een get-together van Nederlandse pensionado’s. Het is ook de eerste keer deze vakantie dat we in aanraking komen met het concept “camperclub”. Groepen camperaars die samen rondtrekken en een wedstrijdje lijken te doen wie de grootste koelkast op wielen kan besturen. Deze (uiteraard Nederlandse) club heeft zich in lijnformatie aan de kant van het uitzicht opgesteld. Ik spreek even kort met de achterbuurman: “toen ik hier vanmiddag kwam had ik nog een prachtig uitzicht…”. Camping-problemen.

De camper-muur (helaas al niet meer helemaal in tact)

Backgroundtrack #2: Zaterdag – Blof

Op zaterdag gaan we op pad om de beste weg van de wereld (volgens de mannen van Topgear) te berijden: de Transfaragasan. Het is nog even de vraag of ‘ie open is en of we wat kunnen zien. Het is vandaag namelijk behoorlijk mistig. Vol goede moed, en met een beetje haast, gaan we op pad. We willen namelijk voor de camperclub uitrijden, die lijken ons niet zo vlug op bergweggetjes. De Transfaragasan loopt door de zuidelijke uitlopers van de Karpaten. En zoals wij al dachten: we zien helemaal niets.

Een beetje mistig...

We zetten de camper op een uitzichtpunt en besluiten dan maar een kopje koffie te zetten. Het trekt hier ’s middags vaak nog open. Na een uurtje van stemmingswisselingen (“Ja, ik kan wat zien!” – “Oh nee, het is alweer dichtgetrokken.”) besluiten we toch maar op pad te gaan. Het is een hele tocht. Flinke haarspeldbochten, kuddes schapen op de weg, wolfachtige zwerfhonden tijdens mama’s plaspauze en heel veel abrupte fotomomenten tijdens zon-momentjes. Uiteindelijk blijkt er licht aan de andere kant van de tunnel. Ja! Toch nog uitzicht! Het is prachtig.

Jaaaa! Mooiste weg ter wereld!

Na de Transfaragasan rijden we door naar Brasov. We hebben ons helemaal ingesteld op even lekker eten in de stad, maar het centrum blijkt nogal een eind rijden. Uitgeblust van de lange tocht fabriceren we dan maar een restjes-nood-maaltijd-met-weinig-afwas. De camping heeft een keer geen Nederlandse naam en dat vertaalt zich in een stuk minder spraakzame buren. Stiekem ook wel een keertje lekker.

Backgroundtrack #3: Sunday Morning – Maroon 5

Zondag gaan we op pad naar Brasov. We hebben goede verhalen gehoord over deze Middeleeuwse stad, die op de omgeven wordt door de zuidelijke en oostelijke Karpaten. De verhalen worden absoluut waargemaakt! Brasov heeft een vriendelijk stadscentrum vol gele, oranje en roze gebouwen. Het centrale plein staat vol terrasjes met in het midden een mooi oud gemeentehuis. We slenteren wat door de straatjes en bezoeken de Zwarte kerk. In tegenstelling tot alle Roemeens-Orthodoxe kloosters die we tot nu toe hebben gezien, is de Zwarte kerk Luthers. De mooie lichtinval op het altaar maakt het een hele mooie en rustige plek om te zijn. Vervolgens hobbelen we door naar de oude vestingsmuren van de stad. Vanaf de oude wachttorens heb je een mooi uitzicht over het oude centrum van Brasov en Mama schiet een heel fototoestel vol.

Centraal plein Brasov

De Zwarte kerk vanaf de oude vestingsmuren

Het jammere van vegetarier zijn is dat je vaak een groot deel van de lokale keuken mist. Om toch wat ‘typisch Roemeens’ te eten, storten we ons daarom maar op de toetjes. Bij de koffie eten we dus “papanasi”: een soort holle oliebol met jam en zoete kaas. Heel lekker, maar ook heel veel. Tonnetjerond rollen we na de koffie door naar Mount Tampa. Op deze berg aan de rand van de stad prijken trotse Hollywood-letters: “BRASOV”. Je kunt er een kabelbaantje naar boven nemen.

Papanasi - Roemeens toetje

Eenmaal boven worden we een beetje rebels. De man van de lift heeft ons afgeraden naar beneden te wandelen in de regen. Maar ach, we willen graag een stukje lopen en de miezer valt best mee. Haha, slechte keuze. Halverwege onze terugtocht begint het keihard te stortregenen en verandert het pad in een soort mudslide. Hmmm suboptimaal. Als verzopen katten komen we beneden. Volgende keer beter luisteren.

De afdaling vanaf Mt. Tampa

Backgroundtrack #4: Manic Monday – The Bangles

Maandag is mama’s laatste dagje hier ☹ Vandaag staan Dracula’s kasteel en een kort bezoekje aan Boekarest op het programma. Uit de Lonely Planet leren we twee opmerkelijke dingen over Dracula:

1.      Hij heeft echt bestaan. Gatsie.

2.      Hij heeft nooit in Dracula’s kasteel gewoond.

Dan ben ik benieuwd wat we daar gaan aantreffen! Bran Castle wordt vaak in verband gebracht met Dracula. Het is een Middeleeuws kasteel dat vanaf een heuvel uitkijkt over het dal. Wij begrijpen niet helemaal wat dit met Dracula van doen heeft. Het kasteel doet heel vriendelijk aan en is lang het onderdak geweest van Queen Mary of Romania. Die lijkt eerder een heilige dan een vampier. Het goede nieuws is dat het kasteel zeker de moeite waard is; het slechte nieuws is dat half Roemenie er zo over denkt. Je hobbelt dus in drommen met mensen door de nauwe gangetjes heen, dat doet wel een beetje af aan de sfeer.

Dracula's kasteel (aka Bran Castle)

Vervolgens rijden we door naar de treurigste camping in mensen-heugenis. De camping bij Boekarest is een soort vervallen vakantiepark. Door de hoge bomen en de bewolking is het heel donker en het toiletgebouw valt uit elkaar van ellende. Ach, het is maar voor een nachtje.

Ons humeur neemt gestaag af door de aanhoudende onweersbuien. Vier vierkante meter is een heel klein woonoppervlak als je telkens thuiskomt met natte kleren en vieze schoenen. Vervolgens beleven we ook nog zo’n dieptepunt-in-een-komische-film-moment als er een auto vlak langs ons rijdt en er een golf regenwater over ons heen komt. Aaargh.

Eenmaal in Boekarest is het gelukkig gestopt met regenen. Mama wil heel graag het parlementspaleis zien, dus daar lopen we eerst even langs. Ik blijf het een beetje een megalomaan ding vinden. Vervolgens gaan we op zoek naar een leuk restaurantje in Lipscani, het oude centrum van Boekarest, voor een afscheidsetentje. De laatste avond met moeders is heel gezellig en ze verbruikt al haar toegestane alcohol voor een halve liter lokaal bier.

Laatste avond met mama

Dinsdagochtend vroeg moeten we helaas afscheid nemen. Dag Mama! Ik vond het heel leuk dat je er was. Je bent waarschijnlijk de enige die net zo veel van het campertje houdt als ik en ik vond het fijn dat je er de eerste kilometers van Camper 2.0 bij was. Goede reis!

Foto’s

2 Reacties

  1. Hetty:
    19 juni 2018
    Mooi verhaal Nina! Het was leuk! Ik ben inmiddels veilig weer thuis :)
  2. Riek Torsius:
    19 juni 2018
    Oma Riek,
    Het heeft ons goed gedaan dochter en kleindochter zo leuk samen op te zien trekken,dank jullie wel.
    Liefs Opa enOma